Secundaire granulaten

Secundaire granulaten worden verkregen door het behandelen of reinigen van afvalstoffen (slakken of bodemassen afkomstig van afvalverbrandingsprocessen, gieterijzanden, spoorwegballast, cellenbeton, …) of bijproducten (slakken of bodemassen afkomstig van de ferro-industrie of non-ferro-industrie, …). Het betreft zowel vulstoffen (voor toepassing in beton), grove granulaten, ballast en waterbouwsteen. Ze kunnen zowel in diverse bouwkundige producties (beton en asfalt), als in bouwwerken (waterbouwkundige werken) worden toegepast.

Het COPRO-certificaat

De COPRO-certificatie behelst alle aspecten van de “End of waste”-fase waarbij afvalstoffen worden gevalideerd tot grondstoffen.

De milieuhygiënische conformiteit wordt overeenkomstig de lokaal geldende wetgeving nagezien. Dit reglement betreft een gecoördineerde versie waarin naast de eisen betreffende de bouwtechnische kwaliteit, ook de overeenkomstigheid aan de Vlaamse milieuwetgeving is opgenomen. De overeenkomstigheid aan het VLAREMA en desgevallend de grondstofverklaring wordt nagezien.

De bouwtechnische overeenkomstigheid is afgestemd op het specifiek gebruik van de granulaten in o.a. beton en asfalt om duurzame eindproducten te garanderen.

CE-markering

Voor secundaire granulaten waarvoor een geharmoniseerde EN-norm van toepassing is, wordt het certificaat pas uitgereikt nadat de producent voldaan heeft aan alle reglementaire bepalingen van de CE-markering niveau 2+.

Evolutie

In het Vlaams reglement betreffende duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen is onder artikel 2.5 een Kwaliteitsborgingssysteem voor secundaire grondstoffen opgenomen. Na bekrachtiging bij Ministerieel Besluit zal dit systeem onder certificatie verplicht worden. De huidige COPRO-certificatie is compatibel met dit kwaliteitsborgingssysteem.